onroerend
Nederlands
Woordafbreking
- on·roe·rend
Bijvoeglijk naamwoord
onroerend
- niet gemakkelijk van zijn plaats te krijgen
- Hij was flink rijker geworden van de handel in onroerend goed.
Gangbaarheid
- Het woord onroerend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'onroerend' herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.