roept af
Nederlands
Woordafbreking
- roept af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afroepen |
roept (…) af
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afroepen
- Jij roept af.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afroepen
- Hij roept af.
- verouderde gebiedende wijs meervoud van afroepen
- Roept af!
Gangbaarheid
- Het woord roept af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.