roemloos

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • roem·loos
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van roem met het achtervoegsel -loos
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen roemloosroemlozerroemloost
verbogen roemlozeroemlozereroemlooste
partitief roemloosroemlozers-

Bijvoeglijk naamwoord

roemloos

  1. zonder roem
    • Het voetbalelftal is roemloos ten onder gegaan tegen de de amateurs van de tegenpartij. 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord roemloos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.