rijn

Nederlands

rijn: een viertaksrijn
Uitspraak
  • Geluid:  rijn    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈrɛin/
Woordafbreking
  • rijn
enkelvoud meervoud
naamwoord rijn rijnen
verkleinwoord rijntje rijntjes

Zelfstandig naamwoord

rijn m

  1. molenijzer, de verbinding tussen een molensteen en de as waarmee die wordt aangedreven
    • In een koppel molenstenen zit de rijn aan de binnenkant van de bovenste steen. 
Gelijkklinkende woorden
Hyponiemen
  • vaste rijn, balanceerrijn, pennetjesrijn,
Afgeleide begrippen
  • tweetaksrijn, drietaksrijn, viertaksrijn
  • buitenrijn, binnenrijn, rijnschoentjes
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord rijn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.