retort
![](../I/m/My_retort.jpg)
Retort
Nederlands
Woordafbreking
- re·tort
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘distilleerkolf’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1595 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | retort | retorten |
verkleinwoord | retortje | retortjes |
Zelfstandig naamwoord
retort o
- (scheikunde) een verouderd toestel voor het destilleren bestaande uit een vat met een neergebogen tuit
- In plaats van een retort wordt nu meestal een uit meerdere lose delen bestaande destilleeropstelling gebruikt.
Vertalingen
1. een verouderd toestel voor het destilleren bestaande uit een vat met een neergebogen tuit
Gangbaarheid
- Het woord retort staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'retort' herkend door:
32 % | van de Nederlanders; |
18 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.