renner
Nederlands
Woordafbreking
- ren·ner
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | renner | renners |
verkleinwoord | rennertje | rennertjes |
Zelfstandig naamwoord
renner m
- (palindroom) (sport)een wielrenner
- De renners reden het moeilijke parcours, ondanks het slechte weer.
Hyponiemen
- baanrenner, beroepsrenner, bonusrenner, broodrenner, eliterenner, ex-renner, klassementsrenner, oud-renner, profrenner, ronderenner
Afgeleide begrippen
- rennerskwartier, rennersvakbond, rennersveld
Gangbaarheid
- Het woord renner staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'renner' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Noors
Woordafbreking
- ren·ner
Afgeleide begrippen
- renner bort
Nynorsk
Woordafbreking
- ren·ner
Afgeleide begrippen
- (bijvorm) renner bort
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.