rekent uit
Nederlands
Woordafbreking
- re·kent uit
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
uitrekenen |
rekent (…) uit
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitrekenen
- Jij rekent uit.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitrekenen
- Hij rekent uit.
- verouderde gebiedende wijs meervoud van uitrekenen
- Rekent uit!
Gangbaarheid
- Het woord rekent uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.