rekent af

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  rekent af    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈrekənt ˈɑf/
Woordafbreking
  • re·kent af
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
afrekenen

rekent (…) af

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afrekenen
    • Jij rekent af. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afrekenen
    • Hij rekent af. 
  3. verouderde gebiedende wijs meervoud van afrekenen
    • Rekent af! 

Gangbaarheid

  • Het woord rekent af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.