regent
Nederlands
Uitspraak
Uitspraak
Woordafbreking
- re·gent
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘bestuurder’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1440 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | regent | regenten |
verkleinwoord | regentje | regentjes |
Zelfstandig naamwoord
regént m
- iemand die voor de eigenlijke vorst het koningschap waarneemt
- een lid van de heersende klasse, met name maar niet uitsluitend tijdens de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
- Ook in het Nederland na 2000 schuiven de regenten via het oldboysnetwork elkaar nog steeds de goede baantjes toe
- (beroep) een inheems bestuurder in het voormalige Nederlands-Indië
Gangbaarheid
- Het woord regent staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'regent' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.