regen uit
Nederlands
Woordafbreking
- re·gen uit
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
uitregenen |
regen (…) uit
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitregenen
- Ik regen uit.
- gebiedende wijs van uitregenen
- Regen uit!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitregenen
- Regen je uit?
Gangbaarheid
- Het woord 'regen uit' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.