regen uit

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  regen uit    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈreɣən ˈœyt/
Woordafbreking
  • re·gen uit
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
uitregenen

regen (…) uit

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitregenen
    • Ik regen uit. 
  2. gebiedende wijs van uitregenen
    • Regen uit! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitregenen
    • Regen je uit? 

Gangbaarheid

  • Het woord 'regen uit' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.