reflex
Nederlands
Woordafbreking
- re·flex
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘weerschijn’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1895 [1]
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘onwillekeurige reactie’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1860 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | reflex | reflexen |
verkleinwoord | reflexje | reflexjes |
Zelfstandig naamwoord
reflex m
- Hij stapt over het lijk heen, nog steeds gebukt, je weet eigenlijk niet waarom je dat doet, want kogels vang je overeind net zo goed op als gebogen, maar het is een reflex om ze zo min mogelijk houvast te bieden, alsof je de hele tijd bang bent voor de hemel als je oorlog voert. [2]
Vertalingen
1. een onwillekeurige reactie op bepaalde prikkels
Gangbaarheid
- Het woord reflex staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'reflex' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "reflex" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- Lemaitre, Pierre "Tot ziens daarboven" 2014 ISBN 9789401601931 pagina 19
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.