recordtijd

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·cord·tijd
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord recordtijd recordtijden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

recordtijd m

  1. de snelste tijd waarin een bepaalde prestatie ooit verricht is
    • Bij de vrouwen won Cambridge overtuigend in een recordtijd van 18 minuten en 33 seconden. Nog nooit wist een vrouwenteam in de Boat Race onder de 19 minuten te finishen. De start van de Boat Race was zondag enigszins vertraagd nadat in de buurt van Putney Bridge een bom uit de Tweede Wereldoorlog werd gevonden. Nadat deze veilig was verwijderd kon alsnog gestart worden.[1] 
Hyperoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord recordtijd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. NRC Jorg Leijten 2 april 2017
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.