recordtijd
Nederlands
Woordafbreking
- re·cord·tijd
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van record en tijd
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | recordtijd | recordtijden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
recordtijd m
- de snelste tijd waarin een bepaalde prestatie ooit verricht is
- Bij de vrouwen won Cambridge overtuigend in een recordtijd van 18 minuten en 33 seconden. Nog nooit wist een vrouwenteam in de Boat Race onder de 19 minuten te finishen. De start van de Boat Race was zondag enigszins vertraagd nadat in de buurt van Putney Bridge een bom uit de Tweede Wereldoorlog werd gevonden. Nadat deze veilig was verwijderd kon alsnog gestart worden.[1]
Gangbaarheid
- Het woord recordtijd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'recordtijd' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- NRC Jorg Leijten 2 april 2017
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.