rechtssysteem
Nederlands
Woordafbreking
- rechts·sys·teem
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rechtssysteem | rechtssystemen |
verkleinwoord | rechtssysteempje | rechtssysteempjes |
Zelfstandig naamwoord
rechtssysteem o
- geheel van bindende regels, hun handhaving en opvattingen over rechtvaardigheid voor een samenleving of voor een zelfstandig deel daarvan
- In het Nederlandse rechtssysteem wordt de straf afgestemd op de mate van schuld en niet zozeer op de ernst van het gevolg. [2]
- Scaevola leverde later het eerste zoogenaamde rechtssysteem; en Ofilius voegde er de Proces-orde aan toe. [3]
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord rechtssysteem staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Schravesande, F. Drie jaar voor de doodrijder op de A2, is dat weinig? (12 september 2016) op website: nrc.nl; geraadpleegd 2017-02-22
- Goudsmit, J.E. in proces-verbaal "Gewone vergadering" (12 januari 1863) in: Verslagen en mededeelingen der Koninklijke Akademie van Wetenschappen. Afdeeling Letterkunde deel 7 (1863) C.G. van der Post, Amsterdam; p. 193; (oudste vindplaats) geraadpleegd 2017-02-22
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.