reactor

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·ac·tor
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘toestel waarin chemische, fysische of nucleaire reactie plaatsheeft’ voor het eerst aangetroffen in 1950 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord reactor reactoren
reactors
verkleinwoord reactortje reactortjes

Zelfstandig naamwoord

reactor m

  1. (natuurkunde), (scheikunde) installatie bedoeld om er een fysische, chemische of nucleaire reactie in te doen plaatsvinden
    • De derde reactor in Fukusjima had koelwaterproblemen. 
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord reactor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.