raspsel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  raspsel    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈrɑspsəl/
Woordafbreking
  • rasp·sel
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van raspen met het achtervoegsel -sel [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord raspsel raspsels
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

raspsel o

  1. het spul dat ontstaat bij het raspen equivalent aan het zaagsel bij het zagen; dit kan eetbaar zijn zoals citroenrasp, soms gebruikt voor kleurstof (zie rasphuis)
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord raspsel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
79 %van de Nederlanders;
73 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.