ramptoerist
Nederlands
Woordafbreking
- ramp·toe·rist
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van ramp en toerist
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ramptoerist | ramptoeristen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
ramptoerist m
- iemand die door een ramp getroffen plaatsen bezoekt als toeristische attractie
Verwante begrippen
- ramptoeriste
Gangbaarheid
- Het woord ramptoerist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'ramptoerist' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.