rammen
Nederlands
Woordafbreking
- ram·men
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
rammen |
ramde |
geramd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
rammen
- overgankelijk, (militair) een opzettelijke botsing veroorzaken
- Triremen waren toegerust om een vijandelijk schip te rammen.
- overgankelijk met een zwaar voorwerp een poort of deur inslaan
- De Geuzen ramden de poort van Brielle en namen de stad in.
Hyponiemen
- potenrammen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord rammen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'rammen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Noors
Woordafbreking
- ram·men
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.