rakelings

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ra·ke·lings
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘bijwoord van hoedanigheid: zo dat het bijna raakt’ voor het eerst aangetroffen in 1832 [1]
  • afgeleid van raak (stam van het werkwoord raken) met het achtervoegsel -lings met het invoegsel -e-
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen rakelingsmeer rakelingsmeest rakelings
verbogen rakelingsemeer rakelingsemeest rakelingse

Bijwoord

rakelings

  1. vlak langs, bijna rakend, scheerlings
Verwante begrippen

Bijwoord

rakelings [2]

  1. bijna rakend, scheerlings

Gangbaarheid

  • Het woord rakelings staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.