raja

Indonesisch

Woordafbreking

ra·ja

Woordherkomst en -opbouw

uit het Sanskriet राज (rāja) "koning"

Zelfstandig naamwoord

raja

(adel) koning

Spaans

Uitspraak

Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Woordafbreking

ra·ja

enkelvoud	meervoud
raja	rajas

Zelfstandig naamwoord

raja v

barst, spleet, gleuf

Synoniemen

rendija

Werkwoord

vervoeging van
rajar

raja

derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van rajar

gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van rajar

vervoeging van
rajarse

raja

derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van rajarse

Verwijzingen

raja in: Diccionario de la lengua española op de website van de Real Academia Española

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.