radicalisering
Nederlands
Woordafbreking
- ra·di·ca·li·se·ring
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van radicaliseren met het achtervoegsel -ing.
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | radicalisering | radicaliseringen |
| verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
radicalisering v
- het proces waarin iemand of iets radicaal wordt
- "In de afgelopen jaren heeft het onderwerp radicalisering en toetreding tot extremistische organisaties steeds meer wetenschappelijke aandacht gekregen." [1]
Antoniemen
- deradicalisering
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
- radicaliseringsproces
Gangbaarheid
- Het woord radicalisering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'radicalisering' herkend door:
| 99 % | van de Nederlanders; |
| 98 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- I. van der Valk en W. Vagenaar, Monitor Racisme & Extremisme: In en Uit Extreemrechts, Amsterdam: Amsterdam University Press 2010, p. 15.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.