raadswerk

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • raads·werk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord raadswerk
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

raadswerk o

  1. werk dat je doet als raadslid in een gemeenteraad
    • Andere vertrekkende raadsleden kregen de raadspenning uitgereikt voor minimaal een periode van vier jaar raadswerk. Zo kreeg tussentijds opgestapte raadsleden als Johan Harink (CDA) de penning uitgereikt, maar ook George ten Brummelhuis (BurgerBelangen). Zij hadden al eerder een periode volgemaakt. [1] 
    • VVD-lijsttrekker en wethouderskandidaat Winnie Müller en nummer 3 Peter-Jort Bakhuis hebben hun zetel aanvaard, maar nummer 2 Kevin Tibbe niet. De Nijverdaller (27) is net vader geworden en is bezig aan de laatste loodjes van zijn opleiding om accountant te worden. „Daardoor heb ik nu te weinig tijd over voor het raadswerk. Je wordt niet in de raad gekozen om vervolgens niet te verschijnen, dat moet je niet willen. Daarom is het beter dat de VVD voor de komende periode een andere vertegenwoordiger aanwijst”, aldus Tibbe. [2] 
    • Een kwart van de stemmers vindt een lintje niet meer van deze tijd. Twee vertrekkende raadsleden in Dinkelland bedankten vorige week voor een lintje. Het tweetal vindt dat 12 jaar raadswerk geen reden is voor een lintje, ook omdat er een financiële vergoeding tegenover staat. [3] 
    • In Rotterdam zijn PvdA-moslims uit de gemeenteraad moeten terugtreden wegens vermeende belangenverstrengeling, Amersfoort heeft zelfs vier jaar lang een spookraadslid gehad. Ze gooien er met de pet naar en beschouwen het raadswerk als een extra bron van inkomsten. [4] 

Gangbaarheid

  • Het woord raadswerk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.