quant

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • quant
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘energieportie’ voor het eerst aangetroffen in 1937 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord quant quanten
verkleinwoord quantje quantjes

Zelfstandig naamwoord

quant m of o

  1. (natuurkunde) de kleinste, ondeelbare hoeveelheid van een grootheid die bij een interactie betrokken kan zijn, kwantum
    • De quanten van het ultraviolette deel van het spectrum zijn energierijker dan die van het zichtbare deel. 
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • quantenchemie, quantentheorie, quantiteit

Gangbaarheid

  • Het woord quant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
57 %van de Nederlanders;
34 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.