pvc

Nederlands
Uitspraak
  • Geluid:  pvc    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pvc
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘polyvinylchloride’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1953 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord pvc pvc's
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

pvc o

  1. (scheikunde) acroniem van polyvinylchloride, harde veel gebruikte kunststof
Synoniemen
  • polychlooretheen
Vertalingen
    1.   

Gangbaarheid
  • Het woord pvc staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen
  1. "pvc" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
  2. pvc op website: Etymologiebank.nl
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.