pruimen
Nederlands
Woordafbreking
- prui·men
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘tabak kauwen’ voor het eerst aangetroffen in 1779 [1]
- afgeleid van pruim met het achtervoegsel -en [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
pruimen |
pruimde |
gepruimd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
pruimen
Hyponiemen
- oppruimen
Afgeleide begrippen
- pruimbaar, pruimer, pruimtabak
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pruimen | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
pruimen o
- pruimenhout
stellend | |
---|---|
onverbogen | (alleen attributief) |
verbogen |
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als bijvoeglijk naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
pruimen (alleen attributief)
- van pruimenhout gemaakt
- unieke pruimen tafel
Hyponiemen
- akipruimen, dadelpruimen, eierpruimen, kafferpruimen, kerspruimen, kriekpruimen, perzikpruimen, sleedoornpruimen, sleepruimen
Gangbaarheid
- Het woord pruimen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'pruimen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "pruimen" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- pruimen op website: Etymologiebank.nl
- kauwen pruimen op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- mokken pruimen op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- mengen pruimen op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.