productiebos

Nederlands

productiebos
Uitspraak
Woordafbreking
  • pro·duc·tie·bos
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord productiebos productiebossen
verkleinwoord productiebosje productiebosjes

Zelfstandig naamwoord

productiebos o [1]

  1. een bos dat beheerd wordt met een productiedoelstelling
    • Bij een productiebos in Schijndel is in het afgelopen weekeinde een enorme partij gerooide boomstammen gestolen. Volgens een woordvoerder van het betrokken bosbouwbedrijf gaat het om 53 ton hout. [2] 
    • Al snel betreden we het landgoed De Slotplaats waar in het voormalige landhuis nu een restaurant annex theehuis is gevestigd. Het landgoed heeft 250 jaar oude beuken en diverse vlonders om droge voeten te houden in het productiebos, dat langzamerhand wordt omgeturnd door het waterpeil te verhogen en inheemse bomen te planten. [3] 

Gangbaarheid

  • Het woord productiebos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.