pro
Nederlands
Woordafbreking
- pro
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘voorzetsel’ voor het eerst aangetroffen in 1564 [1]
- van Latijn pro [2]
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als bijwoord
Gangbaarheid
- Het woord pro staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'pro' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Frans
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordherkomst en -opbouw
- (verkorting) van professionnel
Zelfstandig naamwoord
pro m
- (spreektaal) iemand die ergens goed in is
- «Gabriel, t'es un pro de la drague!»
- Gabriël, je bent een echte versierder! [1]
- «Gabriel, t'es un pro de la drague!»
Latijn
Voorzetsel
prō + ablatief
- voor
- in plaats van; in ruil voor
- «Pro consule.»
- In plaats van de consul.
- «Pro consule.»
- overeenkomstig, naar, volgens, in verhouding tot
Tsjechisch
Voorzetsel
- «Je čas pro akci.»
- Het is tijd voor actie.
- «Je čas pro akci.»
- «To je pro váš nos.»
- Dat ligt voor uw neus.
- «To je pro váš nos.»
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.