privécollectie

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pri·vé·col·lec·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord privécollectie privécollecties
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

privécollectie v

  1. een (kunst)verzameling aangelegd en in bezit van een persoon en niet van een organisatie
    • Tijdens de rondleiding zal een meester-schilder het decoreren van aardewerk demonstreren en uitleg geven bij dit ambachtelijk werk. Via het ‘straatje van Vermeer’ gaan de Tukkers naar de Koninklijke Schatkamer, met o.a. de aan het bedrijf geschonken privécollectie van Koning Willem III.[1] 
    • Malca is een van de grootste kenners en verzamelaars van het werk van Keith Haring en Jean-Michel Basquiat. Hij opende in 2015 een expositieruimte op Ibiza. In een voormalige zoutfabriek in natuurgebied Las Salinas toont hij werk uit zijn privécollectie.[2] 

Gangbaarheid

  • Het woord privécollectie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Tubantia Dolf Ruesink 17-AUGUSTUS-2017
  2. Volkskrant Bart Dirks 30 juni 2017,
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.