privatisering
Nederlands
Woordafbreking
- pri·va·ti·se·ring
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van privatiseren met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | privatisering | privatiseringen |
verkleinwoord | privatiserinkje | privatiserinkjes |
Zelfstandig naamwoord
privatisering v
- (politiek) het overlaten van overheidstaken aan het bedrijfsleven en/of particulieren
- privatisering komt er vaak op neer dat een beperkt aantal particulieren hun zakken kunnen vullen met gemeenschapsgeld
Verwante begrippen
Hyponiemen
- deprivatisering
Gangbaarheid
- Het woord privatisering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'privatisering' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.