postulant
Nederlands
Woordafbreking
- pos·tu·lant
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van postuleren met het achtervoegsel -ant [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | postulant | postulanten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
postulant m [2]
- (religie) kloosterling die de wens te kennen heeft gegeven in de orde te worden opgenomen, tijdens het postulaat
- dinger naar een ambt
Gangbaarheid
- Het woord postulant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'postulant' herkend door:
71 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.