porto
Nederlands
Woordafbreking
- por·to
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Italiaans, in de betekenis van ‘vrachtgeld voor poststukken’ voor het eerst aangetroffen in 1585 [1]
- Ontleend aan het Italiaanse porto ("vracht, vrachtprijs"). Zie ook het equivalent van Franse oorsprong, namelijk port.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | porto | porto's porti |
verkleinwoord | portootje | portootjes |
Zelfstandig naamwoord
porto m/o
- het bedrag dat men moet betalen om een pakje of brief te verzenden
Gangbaarheid
- Het woord porto staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'porto' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.