ponjaard

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pon·jaard
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘dolk’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1545 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord ponjaard ponjaarden
ponjaards
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

ponjaard m [3]

  1. dolk, korte degen
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord ponjaard staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
29 %van de Nederlanders;
28 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.