pointer

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • poin·ter
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘hondensoort’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1864 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord pointer pointers
verkleinwoord pointertje pointertjes

Zelfstandig naamwoord

pointer m

  1. (dierkunde) een staande jachthond
  2. (informatica) een variabele waar een geheugenadres in staat
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord pointer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
80 %van de Nederlanders;
85 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

Engels

Zelfstandig naamwoord

pointer

  1. (dierkunde) pointer
  2. (informatica) pointer

Frans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Werkwoord

pointer

  1. (spreektaal) naaien, neuken [1]
  2. (spreektaal) verkrachten

se pointer

  1. wederkerend (spreektaal) komen aanzetten, opdagen
  1. «Joseph s'est pointé devant la boîte quand tout le monde était d'jà entré.»
    Joseph kwam pas opdagen bij de disco toen iedereen al naar binnen was. [1]

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.