poer
Nederlands
Woordafbreking
- poer
Zelfstandig naamwoord
poer v/m
- een betonnen of bakstenen blok, bedoeld om de krachten uit een bouwwerk over te dragen op de ondergrond (fundering op staal) of op de paalfundering.
- (Jiddisch-Hebreeuws) lot waarmee Haman bepaalt wanneer de Joden worden omgebracht (Est. 3:7, 9:24, 9:26)
Gangbaarheid
- Het woord poer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'poer' herkend door:
37 % | van de Nederlanders; |
29 % | van de Vlamingen. |
Werkwoord
vervoeging van |
---|
poeren |
poer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van poeren
- Ik poer.
- gebiedende wijs van poeren
- Poer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van poeren
- Poer je?
Verwijzingen
- Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.