Poerim
Nederlands
Woordafbreking
- Poe·rim
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Hebreeuws, in de betekenis van ‘joods feest’ voor het eerst aangetroffen in 1526 [1]
- van Hebreeuws פּוּרִים (poeriem) , letterlijk: meervoud van פור (poer) "lot" een van oorsprong Akkadisch woord; omdat gevierd wordt dat Esther heeft verhinderd dat de Joden zouden worden gedood op een door het lot bepaalde dag (Bijbel, Esther 9:24-26)[2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Poerim | - |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
Poerim o
Schrijfwijzen
- Hebreeuws-Nederlands: Poeriem (spelling Sofeer benadert uitspraak Hebreeuws dichter dan officiële spelling)
Vertalingen
1. feest waarbij de Joden vieren dat ze niet meer door vijanden als Haman worden bedreigd
Gangbaarheid
- Het woord Poerim staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- "Poerim" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- Poerim op website: Etymologiebank.nl
- Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
- Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.