plenair

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ple·nair
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het me Latijn, in de betekenis van ‘voltallig’ voor het eerst aangetroffen in 1844 [1]
  • Van het Middeleeuws Latijnse plenarius met het achtervoegsel -air [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen plenairplenairderplenairst
verbogen plenaireplenairdereplenairste
partitief plenairsplenairders-

Bijvoeglijk naamwoord

plenair [3]

  1. in aanwezigheid van allen
    • Het congres wordt besloten met een plenaire vergadering. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord plenair staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
90 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.