pleite

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • plei·te
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Jiddisch, in de betekenis van ‘bijwoord van richting: Bargoens: weg’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1904 [1]
  • Herkomst: Jiddisj [2]

Bijwoord

pleite

  1. weg, verdwenen
    • Hij is pleite. 

Bijvoeglijk naamwoord

pleite

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) failliet
  2. (Jiddisch-Hebreeuws) weg, ervandoor

Gangbaarheid

  • Het woord pleite staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
92 %van de Nederlanders;
85 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

Duits

Uitspraak
  • IPA: /ˈplaɪ̯tə/
Woordafbreking
  • plei·te
stellend vergrotend overtreffend
pleite
-
-
alle verbuigingsvormen

Bijvoeglijk naamwoord

pleite

  1. blut
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.