plaggen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • plagĀ·gen
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van plag met het achtervoegsel -en
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
plaggen
plagde
geplagd
zwak -d volledig

Werkwoord

plaggen [1] [2] [3]

  1. (landbouw) overgankelijk plaggen afsteken
Hyponiemen
  • afplaggen, omplaggen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord plaggen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
89 %van de Nederlanders;
39 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Zelfstandig naamwoord

plaggen mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord plag

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.