pittig
Nederlands
Woordafbreking
- pit·tig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | pittig | pittiger | pittigst |
verbogen | pittige | pittigere | pittigste |
partitief | pittigs | pittigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
pittig
- waar pit in zit, stevig, niet te onderschatten
- Dit tentamen was pittig, maar wel te maken.
- stevig van smaak
- Belegen kaas is pittiger dan jonge.
- hard, brutaal en niet zachtzinnig
- De VVD voert een pittige campagne. Een Belgische reclameman helpt de liberalen. [1]
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord pittig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'pittig' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Reformatorisch Dagblad Gerard Vroegindeweij 21-1-2019Het knettert in de coalitie dankzij reclameman
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.