pitstop
Nederlands
Woordafbreking
- pit·stop
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van pits zn en stop zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pitstop | pitstops |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
pitstop m
- stop in een motor- of autorace waarin de motorfiets of raceauto nieuwe banden en brandstof krijgt
- Hartverscheurend was het afscheid van Klokhuis-presentator Maurice Lede, die na zijn pitstop in Hongkong ging bungeejumpen om iets van zijn adrenaline kwijt te raken. [1]
- "Dit was een goed resultaat voor ons na een goede race", aldus Hülkenberg tegenover Ziggo Sport. "Alleen na onze pitstop was er een beetje actie voor mij. Dit is een goed einde van het jaar, die zesde plek is erg belangrijk voor ons."[2]
- De twintigjarige Nederlander eindigde de race uiteindelijk als vijfde, mede dankzij een onfortuinlijke uitvalbeurt van teamgenoot Daniel Ricciardo. Verstappen kon welgeteld éénmaal zijn kunsten vertonen, met een fraaie inhaalactie op voormalig rivaal Esteban Ocon (Force India) na een pitstop.[3]
Hyponiemen
- tankpitstop
Gangbaarheid
- Het woord pitstop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'pitstop' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- de Telegraaf BERNICE BREURE 07 jan. 2018
- de Telegraaf 26 nov. 2017
- de Telegraaf 26 nov. 2017
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.