pincode
Nederlands
Woordafbreking
- pin·co·de
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van pin en code
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pincode | pincodes |
verkleinwoord | pincodetje | pincodetjes |
Zelfstandig naamwoord
pincode m
- (financieel), (economie) de code die men moet intoetsen om met een betaalpas/pinpas ergens te kunnen betalen
- een code die men moet intoetsen om ergens toegang toe te krijgen
- Bij het aanzetten van mijn telefoon moet ik een pincode ingeven.
Gangbaarheid
- Het woord pincode staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'pincode' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.