pinakel
Nederlands
Woordafbreking
- pi·na·kel
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘gotisch siertorentje’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1360 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pinakel | pinakels |
verkleinwoord | pinakeltje | pinakeltjes |
Gangbaarheid
- Het woord pinakel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'pinakel' herkend door:
60 % | van de Nederlanders; |
59 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.