pikbroek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pik·broek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord pikbroek pikbroeken
verkleinwoord pikbroekje pikbroekjes

Zelfstandig naamwoord

pikbroek m

  1. (scheepvaart) een matroos

Gangbaarheid

  • Het woord pikbroek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
61 %van de Nederlanders;
49 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.