pianola

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pi·a·no·la
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘mechanische piano’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1907 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord pianola pianola's
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

pianola v/m

  1. (muziek) een piano voorzien van een mechaniek dat automatisch het instrument bespeelt
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord pianola staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
83 %van de Nederlanders;
58 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.