penarie

Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
  • pe·na·rie
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘nood’ voor het eerst aangetroffen in 1894 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord penarie
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

penarie v

  1. armoede, narigheid, problemen
    • Iemand die in de penarie zit heeft grote problemen. 

Gangbaarheid
  • Het woord penarie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen
  1. "penarie" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.