peiler

Niet te verwarren met: pijler

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pei·ler
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van peilen met het achtervoegsel -er.
enkelvoud meervoud
naamwoord peiler peilers
verkleinwoord peilertje peilertjes

Zelfstandig naamwoord

peiler m [1]

  1. een persoon die peilt
    • Zij zijn bekende peilers van de publieke opinie. 
  1. apparaat waarmee men kan peilen
Gelijkklinkende woorden
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord peiler staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.