peg

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  peg    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • peg
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘houten pin of spie’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1477 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord peg peggen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

peg v / m [3]

  1. pin of spie (bv. om een schaafbeitel vast te zetten)
Afgeleide begrippen
  • pegboard

Werkwoord

vervoeging van
peggen

peg

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van peggen
    • Ik peg. 
  2. gebiedende wijs van peggen
    • Peg! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van peggen
    • Peg je? 

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord peg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.