pay off

Engels
Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /peɪ of/
Woordafbreking
  • pay off
Woordherkomst en -opbouw
vervoeging
onbepaalde wijs to pay off
he/she/it pays off
verleden tijd paid off
voltooid
deelwoord		 paid off
onvoltooid
deelwoord		 paying off
gebiedende wijs pay off

Frase

pay off

  1. overgankelijk (economie) kwijten, aflossen
  2. overgankelijk (economie) afbetalen
  3. overgankelijk omkopen
  4. overgankelijk (economie) (werknemer bij opzegging van het contract) abfinden
  5. overgankelijk (UK) wreken
  6. onovergankelijk lonen, de moeite waard zijn
  7. onovergankelijk (scheepvaart) afdrijven
Synoniemen
  • [2]: to redeem
  • [3]: to bribe
  • [5]: to take revenge
  • [7]: to make leeway
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.