pathetisch
Nederlands
Woordafbreking
- pa·the·tisch
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘(overdreven) aandoenlijk’ voor het eerst aangetroffen in 1778 [1]
- [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | pathetisch | pathetischer | |
verbogen | pathetische | pathetischere | |
partitief | pathetisch | pathetischers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
pathetisch [3]
- in staat intense gevoelens op te wekken (vol van pathos) vooral misschien t.a.v. melancholie
- (pejoratief) hoogdravend
Verwante begrippen
Verwante begrippen
- sympathetisch
Gangbaarheid
- Het woord pathetisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'pathetisch' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.