password
Nederlands
Woordafbreking
- pass·word
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van pass en word
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | password | passwords |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
password o
- (informatica) geheime persoonlijke code die een gebruiker toegang verschaft tot een informatiesysteem
Gangbaarheid
- Het woord password staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'password' herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
69 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.