parterre

Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
  • par·ter·re
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘benedenverdieping’ voor het eerst aangetroffen in 1908 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord parterre parterres
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

parterre m / o [3]

  1. (bouwkunde) begane grond, benedenverdieping
  2. gelijkvloerse (tevens goedkoopste) zitplaatsen in een theater
Afgeleide begrippen
Vertalingen
    1. begane grond   

Gangbaarheid
  • Het woord parterre staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
83 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen
  1. "parterre" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
  2. parterre op website: Etymologiebank.nl
  3. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.